IJsvogel

23 augustus, 2009


Nog nooit heb ik een ijsvogel gezien. Het klinkt als een zware bekentenis. Zwaarder dan wanneer ik was begonnen met "Ik heb nog nooit een ijsvogelgezien". Zo'n strofe maakt hoogstens pathetische gevoelens los bij de toehoorders, terwijl "Nog nooit" etc. een veel beschuldigender lading heeft.

Het is een feit. Een ijsvogel? Die heb ik nog nooit gezien! Ja, wel op plaatjes, maar nog nooit in real time. Dat degradeert mij in de ogen van natuurbeschermers en lieden met groen onder de nagels tot een niet ter zake doende persoon. Als je nog nooit een ijsvogel hebt gezien, tel je niet mee, vooral in die kringen. Nu is 'ijsvogel zien' een relevant begrip. De meeste mensen die ik spreek, die een ijsvogel hebben gezien, en die dat kunnen navertellen, hebben het over een blauwe flits, duidend op de snelheid waarmee het beestje zich van A naar B verplaatst. Je zou dus de groep van personen, die een ijsvogel hebben waargenomen, moeten opsplitsen in zij die werkelijk een ijsvogel hebben zien zitten, en zij die een ijsvogel hebben zien vliegen, of meer to the point, de ijsvogelflits hebben gezien. Dat maakt een heel verschil.

Gezien heb ik de ijsvogel nooit, noch zijn flits. En dat is zuur, vooral omdat mijn oudste zoon en mijn vrouw die veel nagejaagde levenservaring wel in de buidel hebben zitten. Inclusief de buurman en zijn vrouw, en mijn broer. Laatstgenoemde heeft het beest zelfs gefotografeerd, met inferieure apparatuur, maar het is een beeld van een plaatje geworden. Dat maakt het nog wreder. Daar sta ik dan met mijn sophisticated fotoapparatuur, kennis van zaken, en grote mond. Nog dramatischer wordt het wanneer het beest in je woonomgeving wordt gesignaleerd, zoals afgelopen winter, door Jan en alleman, maar niet door mij. Dat schrijnt.

Toch wanhoop ik niet. Die ijsvogel komt wel een keer. Ik kan me staande houden met de herinnering aan een vogel die ik ooit van nabij heb mogen aanschouwen: de roerdomp. En nou u weer en dan ik weer. Hoeveel ijsvogelzieners kunnen mij dat nazeggen? Ik heb de roerdomp gezien! De roerdomp, die heb ik gezien! Aan de rand van het riet, voordat hij mij in de gaten had. Ik kwam om de hoek van een rietkraag zachtkens aanlopen, en pas nadat wij elkaar enkele seconden diep in de ogen hadden gekeken, ging hij ervandoor. Later die avond heb ik het beest nog verschillende malen horen 'Oemp'en. Als een afscheid van ons entrenous, eerder die dag.